Wat heeft het gekost?

Overzicht exploitatie

Exploitatie (bedragen * € 1.000)

Begroting 2018

Begroting 2018 na 2e wijziging

Rekening 2018

Verschil rekening t.o.v. begroting na wijziging

Lasten

PG Inkomen

27.986

28.621

27.176

1.445

PG Minimabeleid

4.193

4.025

4.151

-126

PG Werk (en activering)

15.096

15.189

14.972

217

Totaal lasten

47.275

47.835

46.299

1.536

Baten

PG Inkomen

-23.812

-25.007

-24.805

-202

PG Minimabeleid

-110

-110

-185

75

PG Werk (en activering)

-632

-648

-977

329

Totaal baten

-24.554

-25.765

-25.967

202

Saldo van baten en lasten

22.721

22.069

20.331

1.738

Toevoegingen aan reserves (lasten)

0

0

0

0

Onttrekkingen aan reserves (baten)

-160

-893

-893

0

Gerealiseerd resultaat

22.561

21.177

19.439

1.738

Verschillenverklaring exploitatie

Omschrijving (bedragen * € 1)

Lasten

V/N

I/S

Baten

V/N

I/S

Inkomen

1.445.000

V

202.000

N

Bijstandsvorderingen inkomen: De inbaarheid van uitstaande bijstandsvorderingen wordt jaarlijks geactualiseerd mede op basis van historie. In verband met de afname van de debiteurenvorderingen (meer ontvangsten) neemt de voorziening voor bijstandsvorderingen af; dit levert per saldo een voordeel op van € 183.000.

183.000

V

I

Participatiewet-uitkeringen: De uitgaven voor de PW-uitkeringen zijn in 2018 sterk gedaald door afnemende aantallen. Daarnaast is rijkssubsidie sterk gestegen. Aangezien de gemeente bij het 2e ijkmoment nog uitging van een tekort van € 1,4 miljoen (de stijging van de rijkssubsidie was nog niet bekend) levert dit voor 2018 een voordeel op van per saldo € 0,95 miljoen.

1.208.000

V

I

258.000

N

I

BBZ: Zowel de uitgaven als de inkomsten van de Zelfstandigen zijn lastig vooraf te ramen. De uitgaven zijn iets achtergebleven bij de begroting (voordeel € 36.000). Er zijn in 2018 € 31.000 aan invorderingen ingeboekt en de rijkssubsidie geeft een voordeel van € 24.500. Ten opzichte van de begroting is er per saldo een voordeel op de baten van € 56.000.

36.000

V

I

56.000

V

I

Overig

18.000

V

I

Minimabeleid

126.000

N

75.000

V

I

Bijstandsvorderingen: De inbaarheid van uitstaande bijstandsvorderingen wordt jaarlijks geactualiseerd, mede op basis van historie. In verband met de afname van de debiteurenvorderingen (meer ontvangsten) voor de bijzondere bijstand neemt de voorziening voor bijstandsvorderingen af (€ 23.000 voordeel). Daarnaast hebben er meer terugvorderingen plaatsgevonden gedurende het jaar dan vooraf geraamd (€ 174.000 t.o.v. geraamd € 110.000). Dit levert per saldo voor de baten en lasten een voordeel op van € 87.000.

23.000

V

I

64.000

V

I

Bijzondere bijstand: De uitgaven voor de bijzondere bijstand (zoals voor de kosten van een bewindvoerder ingeval van beschermingsbewind of voor andere onvoorziene maar noodzakelijke kosten zoals bijvoorbeeld een verhuizing) zijn op basis van aanvraag en is vooraf moeilijk in te schatten (openeinde-regeling); per saldo is hier minder beroep op gedaan dan begroot (zoals o.a. een lagere instroom van statushouders in 2018) waardoor een voordeel is ontstaan van € 78.000.

78.000

V

I

Individuele inkomenstoeslag: Door de uitbreiding van de doelgroep (met ingang van 2018 is de gewijzigde regeling van kracht waarbij de hoogte van de bedragen zijn gewijzigd en per minderjarig kind in een huishouden een extra toeslag wordt verstrekt) zijn de uitgaven omhoog gegaan. Ten opzichte van de begroting levert dit een nadeel op van € 206.000.

206.000

N

I

Stadspas: 2018 is het eerste volledige jaar waarin de stadspas beschikbaar is. Aan het begin van het jaar is een eerste inschatting gemaakt van de te verwachten uitgaven (totaal ca. € 776.000 begroot). Er is goed gebruik gemaakt van de mogelijkheden die de stadspas te bieden heeft; dit geldt voor alle regelingen die er onder vallen (schoolkostenregeling, sportvouchers en het jeugdtegoed. Hierdoor zijn er meer uitgaven geweest dan in eerste instantie ingeschat (€ 89.000 nadelig). De baten betreft de eigen bijdragen van de verkoop van de passen voor niet minima; deze zijn niet apart begroot en zorgen voor een klein voordeel.

89.000

N

I

11.000

V

I

Schuldhulpverlening: In 2018 is het eerste jaar dat er gestart is met eigen afdeling voor de schuldhulpverlening. Het opstartjaar stond vooral in teken van het opzetten en inrichten van de werkprocessen; deels werd hiermee gebruikt gemaakt van inhuur. Gedurende het jaar zijn er meer persoenen aangenomen die het werk structureel gaan invullen. De vooraf ingeschatte uitvoeringskosten zijn iets lager uitgevallen waardoor er een voordeel is in 2018 van € 68.000 (begroot was € 568.000).

68.000

V

I

Werk (en activering)

217.000

V

329.000

V

Regionale projecten: Diverse projecten in de regio zijn niet volledig tot uitvoering gekomen (voordeel € 112.000). Voorgesteld wordt om het resterende saldo over te hevelen naar 2019.

251.000

N

I

363.000

V

I

Re-integratiegelden: Per saldo is er op de re-integratiegelden een onderbesteding van € 220.000. In 2018 is primair inzet geweest op het in beeld brengen van cliënten met eigen medewerkers. Daardoor is er minder budget ingezet voor ingekochte trajecten en ondersteuning.

190.000

V

I

30.000

V

I

Volwasseneneducatie: In 2018 was voor de regio Midden-Holland een budget beschikbaar van € 788.000 (inclusief het meegenomen bedrag uit 2017). De bestedingen van de organisaties die uit dit budget gefinancierd werden zijn achtergebleven. Dit betekent dat een deel van het budget (€ 48.000) wordt teruggevorderd door het Rijk. Een deel van het nog niet bestede budget mag meegenomen worden naar het volgend boekjaar (25%). Het saldo van de baten en lasten is t.o.v. de begroting neutraal (i.c. € 66.000).

66.000

V

I

66.000

N

I

WSW: De indexering van de WSW-gelden naar aanleiding van de meicirculaire levert een voordeel op van € 211.000; bij het 1e ijkmoment 2018 is reeds een vergelijkbaar bedrag ten laste van het perspectief gebracht met het verwerken van de begroting van Promen. Over het hele jaar is dit budgetneutraal.

211.000

V

I

Overig

1.000

V

I