In 2018 is maximaal geprofiteerd van de negatieve rente op kortlopende leningen. De benodigde financieringsmiddelen zijn aangetrokken door middel van diverse kasgeldleningen met looptijden van gemiddeld één maand.
Hiervoor is gekozen vanwege de negatieve rente op kortlopende leningen (de gemeente Gouda heeft rente ontvangen op aangetrokken kortlopende leningen) gekoppeld aan de verwachting dat de rente op langlopende leningen nauwelijks zou oplopen.
Het college heeft het beheersen van de schuldpositie als belangrijke opgave benoemd. In dit verband is een dalend schuldenplafond van het totaal van de langlopende en kortlopende schulden vastgelegd van € 315 miljoen op 31 december 2018 en daarna een jaarlijkse verlaging volgens de volgende reeks: € 310 miljoen per ultimo 2019, € 305 miljoen per ultimo 2020, € 300 miljoen per ultimo 2021 en € 295 miljoen per ultimo 2022.
De omvang van de schuldpositie in 2018 is in lijn met de begroting fractioneel gestegen van € 290,7 miljoen tot € 292,4 miljoen en blijft daarmee ver onder het vastgestelde plafond.
Deze uitkomst werd beïnvloed door een aantal contractueel overeengekomen voortuitbetalingen van in totaal € 6,2 miljoen in de laatste week van december.
De schuldpositie komt ook tot uitdrukking is de netto schuldquote. Deze indicator zegt iets over de verhouding tussen de schuld en de begrotingsomvang (zie ook het hoofdstuk Weerstandsvermogen en risicobeheersing elders in deze jaarstukken).
De VNG heeft normen afgegeven voor een aanvaardbare omvang van de schuldpositie ('netto schuldquote') die landelijk wel aanvaard is en gebruikt wordt. Over 2018 had Gouda een schuldquote boven 90%. Dit wordt door de VNG getypeerd als 'hoog'. De schuldquote is een van de kengetallen, die zijn opgenomen in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing.
Opgenomen gelden (o/g)
In onderstaand overzicht zijn de mutaties in de leningenportefeuille opgenomen met betrekking tot de langlopende en kortlopende gelden (o/g). Uit de tabel kan ook de gemiddelde rentevoet van het vreemd vermogen worden afgeleid. De toename van de gemiddelde rentevoet van het lang vreemd vermogen wordt veroorzaakt door de algehele aflossing van een eind 2017 aangetrokken geldlening van € 9,5 miljoen tegen een negatieve rente.
Bedragen * € 1.000 |
| Begroting 2018 | Realisatie 2018 | Gemiddelde rente |
---|---|---|---|---|
Langlopende financiering |
|
|
|
|
Stand per 1 januari 2018 | + | 286.469 | 286.469 | 3,42% |
Nieuwe aangetrokken leningen | + | 22.500 | 0 |
|
Contractuele aflossingen | - | 23.926 | 23.926 | 2,20% |
Stand per 31 december 2018 (A) | = | 285.043 | 262.543 | 3,54% |
|
|
|
|
|
Kortlopende financiering |
|
|
|
|
Stand per 31 december 2018 (B) | + | 8.688 | 29.880 | 0,00% |
|
|
|
|
|
Totaal opgenomen gelden (C=A+B) | = | 293.731 | 292.423 | 3,16% |
Schuldenplafond |
| 315.000 | 315.000 |
|
Ruimte onder het schuldenplafond |
| 21.269 | 22.577 |
|
In 2018 is er € 22,5 miljoen minder aan langlopende geldleningen opgenomen dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door de keuze om in 2018 maximaal te profiteren van de negatieve rente op kortlopende leningen. Om die reden omvatten de kortlopende leningen per 31 december 2018 een bedrag van € 29,9 miljoen ofwel € 21,2 miljoen meer dan bij de begroting 2018 uitgangspunt was.
Eind 2018 is een afweging gemaakt om het renteniveau voor een nieuwe langlopende lening al dan niet gedeeltelijk vast te leggen. Vanwege de verwachting dat de renteniveaus voor langlopende financieringsmiddelen niet zodanig zullen stijgen dat zij in de buurt komen van de markttarieven inclusief de renteopslag (de zogenaamde ‘forward’) is de afweging doorgeschoven naar het tweede kwartaal van 2019.
Herfinanciering van bestaande opgenomen langlopende geldleningen tegen lagere rentepercentages is in 2018 niet ter besluitvorming ingebracht. Evenals in de jaarrekening 2017 al toegelicht, leidde ook in 2018 herfinanciering tot hoge boeterentes als gevolg van de zeer lage rentestanden op de kapitaalmarkt.
In samenwerking met de Bank Nederlandse Gemeenten is gemonitord welke projecten vanuit treasuryperspectief wellicht interessante mogelijkheden bieden voor het inzetten van off-balance financiering (onder andere met betrekking tot duurzaamheid). Hierover heeft in 2018 nog geen besluitvorming plaatsgevonden.
De onderstaande tabel toont de ontwikkeling in de omvang van de uitgezette gelden van de gemeente Gouda (verstrekte geldleningen) en toont de invloed daarvan op de ontvangen gemiddelde rente.
Bedragen * € 1.000 | Begroting 2018 | Realisatie 2018 | Gemiddelde rente |
---|---|---|---|
Stand per 1 januari 2018 | 17.720 | 17.279 | 2,47% |
Nieuwe leningen | 4.348 | 1.624 | 1,72% |
Aflossingen | 6.774 | 18.621 | 2,34% |
Stand per 31 december 2018 | 15.294 | 282 | 3,87% |
De nieuwe leningen 2018 betreffen verstrekkingen tot en met mei 2018 op de kasgeldfaciliteit aan het Bedrijvenschap Regio Gouda en de verstrekte kasgeldlening aan de Stichting Cheese Experience Gouda.
De aflossingen betreffen de aflossingen op de leningen in het kader van funderingsherstel, de algehele aflossing van het financieringsarrangement van de vof Westergouwe (deze financiering is omgezet in een zelfstandig financiering van de vof Westergouwe bij BNG Bank, onder borgstelling van de gemeente Gouda, zie ook paragraaf 6.7 Niet uit de balans blijkende langlopende financiële verplichtingen en de algehele aflossing op de kasgeldfaciliteit van het Bedrijvenschap Regio Gouda (als gevolg van de opbrengst van grondverkopen op bedrijventerrein Gouwe Park).